Hoogsensitief, wat nu? 3 do's en don'ts

Hoogsensitiviteit – diep- of fijngevoeligheid – is een karaktereigenschap die voorkomt bij 1 op 5 mensen. Je krijgt meer prikkels (geluid, geur, sfeer, …) binnen en verwerkt die intenser.

Het is dus iets wat je bent, geen afwijking of ziekte die je hebt. Al zorgt hoogsensitiviteit wel voor problemen als je jezelf, je kind of partner – vaak met de beste bedoelingen – probeert te ‘helpen’ of veranderen. Daarom zet ik je graag verder op weg met 3 do’s en don’ts.

Hoogsensief: wat doe je beter niet?

1. Maak er geen etiket van

Niemand wil een etiket. Jij niet, je kind of partner niet. Een juiste aanpak? Dat wel. Als je wil dat je omgeving rekening houdt met je hoogsensitiviteit, benoem dan de eigenschap die jou op dat moment last bezorgt.

Zeg liever niet: “Ik ben hoogsensitief.” Je gesprekspartner kan dat ervaren als iets waarachter jij je verschuilt. Zeg eerder: “Ik heb sneller last van lawaai.”

2. Maak er geen probleem van

Verontschuldig je niet voor wie je bent. Dat zou even gek zijn als je verontschuldigen omdat je een vrouw of man bent. Trek jezelf, je kind of partner dus niet meer omlaag door te zeggen dat je “altijd wel wist dat er iets mis was”. Hoogsensitief zijn is geen probleem, het is een aangeboren gave die – zoals elke medaille – 2 zijden heeft.

Focus op je kwaliteiten. Krijg je toch ergens last van? Geen probleem. Voel even waar je nood aan hebt en benoem duidelijk wat jou kan helpen en welke voordelen dat jou én de ander biedt. Tip: stel dit niet uit tot de emmer overloopt en je geïrriteerd reageert, want daar heeft je partner/kind wel last van.

Zeg liever niet: “Ik ben hoogsensitief en kan niet werken in dit lawaai!” Zeg eerder: “Ik heb last van veel geluiden door elkaar. Kan ik een rustiger werkplek krijgen? Dan kan ik me beter concentreren en mijn werk sneller afmaken.”

3. Maak er geen strijd van

Is je kind of partner hoogsensitief? Of ben jij het? Probeer elkaar niet te veranderen of hetzelfde te voelen. Dat lukt niet. Geen van beiden is fout, jullie zitten gewoon anders in elkaar. Aanvaard dat en laat het jullie relatie verrijken.

Zeg liever niet: “Doe eens normaal, zoveel lawaai is hier toch niet?” Zeg eerder: “Dit is voor jou wel veel lawaai, he.” Even benoemen en het er laten zijn, brengt vaak rust!

Wat doe je beter wel?

1. Accepteer de ander

Je doet hoogsensitieve kinderen en volwassenen groeien door hen te horen, te zien en te geloven. Dat geeft hen het gevoel dat ze er mogen zijn, waardoor ze bij jou durven zeggen wat ze voelen en nodig hebben. Dé basis voor een fijne, sterke band met je kind of partner!

2. Accepteer jezelf

Aanvaard jij jezelf niet? Dan zullen anderen dat ook niet doen. Je voelt je anders en vindt dat je niet aan de verwachtingen voldoet. Daardoor gaan jij en je omgeving denken dat je niet OK bent. Je voelt je klein en kwetsbaar. Je wordt een kikker. En om toch een kroontje (erkenning) te krijgen, probeer je het beste van jezelf te maken.

Maak niet het beste van jezelf, haal het beste uit jezelf! Accepteer jezelf. Niet als een zwakke, kwetsbare kikker, maar als iemand met een waardevolle, zachte kracht. Zo haal je de prins(es) in jezelf naar boven. En het kroontje? Dat hoort erbij!

3. Zorg goed voor jezelf

Zelfzorg is even goed voor jezelf zorgen als voor anderen. Neem dus elke dag wat me time. Enkele tips:

• Vermijd sociale media, radio en TV. Even enkel tijd voor jezelf!
• Doe een korte meditatie: herhaal 5 min. bij elke hartslag de mantra ‘Sat nam’
• Neem daarna 5 min. om te bedenken waarvoor je vandaag dankbaar bent.
• Of lees wat, neem een bad, doe een korte wandeling, geniet even van muziek, …

Zo neem je tijd om even op te laden, te reflecteren en in contact te komen met jezelf. Ook als je werk nog niet klaar is ; ) Het doet wonderen!